Spanband label: uitleg van termen en waarden (LC, STF, SHF)

Spanbanden moeten volgens de EN 12195-2 norm zijn voorzien van een label met instructies en technische gegevens. Dit spanband label is meestal een blauw etiket dat aan de band vastzit en alle belangrijke informatie bevat over de capaciteit en het correcte gebruik.

Het label moet op beide delen van een tweedelige spanband aanwezig zijn (zowel op het vaste ratelgedeelte als op het losse bandgedeelte). Als het spanband label ontbreekt of onleesbaar is, mag je de spanband niet gebruiken. Zonder een leesbaar label voldoet de band niet aan de norm en kun je niet aantonen dat hij geschikt is voor veilig gebruik.

Met andere woorden: het label is er niet voor niets, het waarborgt dat je weet wat de band kan en hoe hij moet worden toegepast. In dit artikel gaan we dieper in op het spanband label en alle termen en waarden die ermee te maken hebben.

Wat staat er allemaal in het spanband label?

Een spanband label bevat verschillende gegevens die belangrijk zijn voor zowel doe-het-zelvers, als professionals. Begrippen zoals LC, STF en SHF lichten we verderop in het artikel verder toe.

Hieronder zetten we de belangrijkste onderdelen op een rij, samen met hun betekenis:

Fabrikant en identificatie

Op het label staan de naam (en vaak het adres) van de fabrikant of leverancier, samen met een productcode, serienummer of productiejaar. Hiermee kun je de herkomst en productiebatch traceren voor kwaliteitscontrole.

Materiaal van de band

Het label vermeldt het materiaal, bijvoorbeeld PES voor polyester. De labelkleur hangt af van het materiaal; voor polyester is dat blauw volgens EN 12195-2. Polyester is het meest gebruikte materiaal voor sjorbanden.

Afmetingen (lengte)

De lengte van de spanband staat op het label. Bij tweedelige banden wordt vaak onderscheid gemaakt tussen het vaste deel (LGF), het losse deel (LGL) en de totale lengte (LG).

Rekpercentage

Het label vermeldt het maximale rekpercentage bij werkbelasting. Volgens EN 12195-2 mag dit maximaal circa 7% zijn. Polyesterbanden rekken meestal ongeveer 5%, wat zorgt voor stevige fixatie van de lading.

LC-waarde (Lashing Capacity)

De LC is de maximale veilige spanning van de band bij directe belasting, uitgedrukt in daN. Soms staan er twee waarden: één voor recht gebruik en één voor omsnoering.

STF-waarde (Standard Tension Force)

De STF geeft de voorspankracht aan die ontstaat bij het aanspannen met de handratel, uitgedrukt in daN. Deze waarde staat meestal op het label van het vaste ratelgedeelte.

SHF-waarde (Standard Hand Force)

De SHF is de handkracht die mag worden uitgeoefend op de ratel, volgens de norm altijd 50 daN. De STF-waarde wordt gemeten bij deze kracht.

Waarschuwingen

Het label bevat gebruikswaarschuwingen zoals “Niet hijsen, alleen sjorren” en pictogrammen over correct gebruik (niet knopen of draaien, scherpe randen vermijden, spanband hoekbeschermers gebruiken). Gebruik geen band zonder label.

*Tip: gebruik voor het hijsen: hijsbanden.

Norm en keurmerken

De vermelding EN 12195-2 toont aan dat de band voldoet aan de Europese norm. Keurmerken zoals het GS-logo (Geprüfte Sicherheit) geven aan dat de band onafhankelijk is getest. Een CE-markering hoort niet op spanbanden en mag niet worden gebruikt.

De betekenis van LC waarde

De afkorting LC staat voor Lashing Capacity en geeft aan hoeveel kracht een spanband veilig kan opnemen bij het direct zekeren van lading. De waarde wordt uitgedrukt in daN (decaNewton), waarbij 1 daN ongeveer gelijkstaat aan 1 kg kracht.

Een label vermeldt vaak twee waarden:

  • LC1 voor gebruik in rechte lijn (direct tussen twee bevestigingspunten)

  • LC2 voor gebruik bij omsnoering, waarbij de band om de lading loopt en de kracht over twee strengen wordt verdeeld

Een standaard spanband 50 mm heeft vaak een LC1 van circa 2500 daN en een LC2 van ongeveer 5000 daN. De breeksterkte ligt hoger, meestal twee tot drie keer de LC1-waarde, afhankelijk van fabrikant en constructie. Volgens EN 12195-2 moeten onderdelen, zoals ratels en haken, een veiligheidsfactor hebben van minstens tweemaal de LC.

De LC-waarde gebruik je vooral bij direct zekeren van lading. Bij neerbinden (wrijvingszekering) is de voorspankracht bepalend en speelt dus de STF-waarde een grotere rol. Hier gaan we dieper op in binnen de volgende alinea.

De betekenis van STF waarde

De afkorting STF staat voor Standard Tension Force en laat zien hoeveel voorspankracht je opbouwt in de band bij het aanspannen met de hand. Dit wordt gemeten bij een standaard handkracht van 50 daN, de zogenoemde SHF (Standard Hand Force) volgens norm EN 12195-2.

Op het label zie je dus hoeveel spanning er in de band komt te staan bij die standaard handkracht. Een STF van 300 daN betekent dat er ongeveer 300 kg neerwaartse druk op de lading wordt uitgeoefend. Die druk vergroot de wrijving tussen lading en laadvloer, waardoor de lading beter op zijn plek blijft.

De STF is vooral belangrijk bij neerbinden of wrijvingszekering, waarbij de band over de lading loopt en aan beide kanten wordt vastgezet. Hoe hoger de STF, hoe groter de neerwaartse druk en dus de wrijvingskracht. Dat zorgt voor meer stabiliteit en minder benodigde banden.

De daadwerkelijke STF hangt af van het type ratel en de hefboomwerking van de hendel. Een langere of ergonomisch ontworpen hendel kan een hogere voorspankracht leveren.

In de praktijk ligt de STF vaak tussen 10 en 20 procent van de LC-waarde. Een standaard 50 mm spanband met een LC van 2500 daN haalt meestal een STF van 300–350 daN, terwijl een grotere ergonomische ratel tot wel 500 daN kan bereiken.

De betekenis van SHF waarde

De SHF, oftewel Standard Hand Force, geeft aan hoeveel handkracht mag worden uitgeoefend op de ratel bij het aanspannen van een spanband. Volgens norm EN 12195-2 is deze kracht vastgesteld op 50 daN.

Die standaardwaarde vormt het referentiepunt voor de voorspankracht (STF) op het label: de opgegeven STF wordt bereikt wanneer je de ratel met die handkracht aantrekt. Dat komt ongeveer overeen met de kracht van één persoon die stevig aan de ratel trekt, al is het technisch gezien een krachtmeting, geen gewicht.

De SHF zorgt zo voor een veilige bediening en voorkomt overbelasting. Gebruik je extra hefboomwerking, bijvoorbeeld met een verlengpijp, dan overschrijd je de norm en kun je de band of ratel beschadigen.

De SHF bepaalt de maximale handkracht waarmee je een spanband binnen de norm veilig mag aanspannen en vormt de basis voor de STF-waarde op het label.

Sjor- en zekeringstechnieken bij spanbanden

Wanneer je lading gaat vastzetten met spanbanden, zijn er verschillende sjor- en zekeringstechnieken mogelijk. De manier waarop je de band toepast bepaalt welke waarde (LC of STF) belangrijker is en hoe je de band het beste gebruikt, om de levensduur van de spanband te garanderen.

Hier bespreken we de drie hoofdmethoden direct zekeren (diagonaal sjorren), omsnoeren en neerbinden (neersjorren) en waar je op moet letten bij elke methode.

Direct zekeren (diagonaal sjorren)

Bij direct zekeren, ook wel diagonaal of vormsluitend sjorren genoemd, wordt de lading met spanbanden rechtstreeks aan het voertuig bevestigd. De band fungeert hierbij als trekkabel en voorkomt dat de lading kan verschuiven.

In de praktijk worden meestal vier banden kruislings over de lading aangebracht (twee in de lengte- en twee in de breedterichting) om beweging in alle richtingen tegen te gaan.

De LC-waarde is hier bepalend, omdat de band in rechte trek wordt belast. Controleer altijd of de beschikbare LC per richting voldoende is om de verwachte krachten te weerstaan.

Let op de sjorhoek!

Een hoek van ongeveer 20°–65° ten opzichte van de laadvloer geeft de beste balans tussen neerwaartse druk en zijwaartse fixatie. Te vlakke hoeken bieden te weinig wrijving, te steile beperken de zijdelingse werking.

De zwakste schakel bepaalt de totale sterkte: de laagste LC-waarde van band, ratel of haak is leidend voor de gehele combinatie.

Omsnoeren

Bij omsnoeren loopt de spanband rond of door de lading, zodat een gesloten lus ontstaat die de lading samenbindt of vastklemt. De kracht wordt via twee strengen overgebracht, waardoor de effectieve capaciteit vaak hoger ligt dan bij een enkelvoudige rechte verbinding. Controleer hiervoor de capaciteitswaarde op het label en de specificaties van de fabrikant.

Gebruik bij omsnoeren altijd hoekbeschermers of andere bescherming, zoals hoekprofielen, op scherpe randen. Zo voorkom je schade aan band en lading en blijft de spanning gelijkmatig verdeeld.

Neerbinden (neersjorren)

Neerbinden is de meest toegepaste methode. Hierbij trek je de lading met één of meer banden omlaag tegen de laadvloer, waardoor de wrijving toeneemt en verschuiven wordt voorkomen.

De STF-waarde op het label geeft aan hoeveel neerwaartse kracht de band uitoefent bij de standaardhandkracht van 50 daN. Dit is een gemeten waarde, geen theoretisch maximum. Hoe hoger de STF, hoe groter de neerwaartse druk en dus de wrijvingskracht.

Zorg ervoor dat de hoek tussen band en laadvloer voldoende neerwaartse werking geeft; te vlak gespannen banden leveren weinig druk en dus weinig wrijving op. De optimale hoek hangt af van de situatie.

Controleer ook de ondergrond: een schone, droge en bij voorkeur een antisliplaadvloer of antisliptegels. Dit vergroot de wrijving en dus de veiligheid. Gebruik altijd hoekbescherming om slijtage of beschadiging te voorkomen.

Tijd voor nieuwe spanbanden? Bekijk het assortiment van BCF-Products

Goede kennis van het spanband label helpt je veilig werken en de juiste band kiezen. Je weet nu wat LC, STF, SHF en daN betekenen en waarom deze waarden belangrijk zijn tijdens het zekeren van de lading.

Gebruik spanbanden altijd binnen hun opgegeven limieten en controleer regelmatig op slijtage of een onleesbaar label. Is een band beschadigd of versleten? Vervang hem op tijd.

Bij BCF-Products vind je spanbanden en sjorbanden die voldoen aan de Europese normen. Bekijk ons assortiment en kies de band met de juiste lengte en capaciteit voor jouw transport.

Wil je meer weten over gebruik en onderhoud? Lees onze praktische gidsen, zoals ‘hoe werkt een spanband’ en ‘spanband oprollen’, voor duidelijke uitleg en handige tips.

Heb je nog vragen? Neem dan contact op met onze specialisten.